Proverbs 3

1Mijn zoon! vergeet mijn wet niet, maar uw hart beware mijn geboden.
 wet niet, Of, leer; te weten, waardoor ik u leer en onderwijs, om uw leven wel aan te stellen. Zie boven Pro 1:8 .
2Want langheid van dagen, en jaren van leven, en vrede zullen zij u vermeerderen.
 dagen, Dat is, een groten ouderdom en een veeljarig leven; alzo Deu 30:20 ; Job 12:12 ; Psa 21:5 , en Psa 91:16 ; onder vs.16, en Pro 4:10 , en Pro 9:11 .
,
 leven, Dat is, welstand naar ziel en lichaam. Zie Gen 37:14 .
,
 vermeerderen Alzo onder Pro 9:11 . Hebreeuws eigenlijk, toedoen, hetwelk hier zoveel is als vermenigvuldigen.
3Dat de goedertierenheid en de trouw u niet verlaten; bind ze aan uw hals, schrijf ze op de tafel uws harten.
 Dat de goedertierenheid Dit kan men verstaan van de goedertierenheid en trouw van God, zulks dat het zou zijn een bevel, vermanende den mens daaraan vast te hangen, met ene belofte dat Hij hen behouden zou. Zie onder vs.25. Anderen verstaan dit van de weldadigheid en trouw, die een ieder jegens zijnen naaste bewijzen moet.
,
 bind ze Te weten, de geboden Gods, waarvan in vs.1 gesproken is. Of, de goedertierenheid en trouw, dat is, de beloften Gods daarvan.
,
 aan uw hals, Te weten, als een sieraad of keten, gelijk boven Pro 1:9 , en om die altijd voor ogen te hebben. Zie onder vs.21, en Pro 6:21 , en vergelijk Exo 13:9 ; Deu 6:8 .
,
 schrijf Dat is, druk het diep in het binnenste van uw verstand, opdat zij nimmermeer uit uwe memorie vergaan. Alzo onder Pro 7:3 ; Jer 17:1 ; 2Co 3:3 .
4En vind gunst en goed verstand, in de ogen Gods en der mensen.
 vind Het is weder een bevel, bevattende een sterke belofte, gelijk in het begin van vs.3. Het bevel is, poog genade te vinden, enz. De belofte is: gij zult God en den vromen mensen aangenaam zijn en een gezonde kennis hebben van wel te leven.
,
 gunst Of, genade; dat is, aangenaamheid, waardoor men iemand behagelijk is; alzo Gen 39:21 ; Psa 45:3 ; boven Pro 1:9 ; onder Pro 11:16 , en Pro 22:11 ; Ecc 10:12 ; Luk 2:52 .
,
 verstand, Zie boven Pro 1:3 .
5Vertrouw op den Heere met uw ganse hart, en steun op uw verstand niet.
 met uw ganse hart, Vergelijk Deu 6:5 , en 1Ki 2:4 , en de aantekening.
6Ken Hem in al uw wegen, en Hij zal uw paden recht maken.
 in al uw wegen, Dat is, in al hetgeen gij voorneemt, aangrijpt, spreekt, doet en laat. Zie Gen 6:12 . In denzelfden zin is terstond in vs.6 het woord paden genomen.
,
 recht maken Dat is, besturen naar zijne wet en u recht daarnaar leiden, opdat gij tot het gewenste einde van uw leven moogt geraken. Vergelijk onder Pro 11:5 , en Pro 15:21 .
7Zijt niet wijs in uw ogen; vrees den Heere, en wijk van het kwade.
 in uw ogen; Dat is, in uw eigen gevoelen en oordeel. Zie Lev 13:5 ; Job 18:3 .
8Het zal een medicijn voor uw navel zijn, en een bevochtiging voor uw beenderen.
 voor uw navel Het is een manier van spreken bij gelijkenis genomen van de kinderen, wier navels met grote voorzichtigheid moeten behandeld en verzorgd worden, en ook van de volwassenen, die aldaar week en zwak zijn, en dikwijls medicijnen van node hebben. De zin is dat men, de vreze Gods hebbende, ten aanzien van het geestelijke leven der ziel gans welvarend en in goede sterkte wezen zal.
,
 bevochtiging Een andere gelijkenis, genomen van de beenderen van het lichaam, welke met goed merg moeten vervuld worden tot onderhouding van de krachten des mensen. Alzo heeft ook de ziel hare sterkte van de kennis en vreze des Heeren. Vergelijk Job 21:24 .
9Vereer den Heere van uw goed, en van de eerstelingen al uwer inkomsten;
 den HEERE Te weten, in zijne dienaren, de priesters en Levieten; idem in de weduwen, wezen en armen, die van uwe middelen mededelende; Exo 23:19 ; Deu 26:2-3 , enz.
,
 eerstelingen Zie van deze Exo 22:29-30 ; Lev 2:12 , en Lev 23:17 .
10Zo zullen uw schuren met overvloed vervuld worden, en uw perskuipen van most overlopen.
 overvloed Hebreeuws, verzaadheid; dat is, met overvloed van vruchten, waarmede de mensen verzadigd kunnen worden. Zie Gen 41:29 , en de aantekening; idem, Ecc 5:11 .
,
 overlopen Hebreeuws, doorbreken.
11Mijn zoon! verwerp de tucht des Heeren niet, en wees niet verdrietig over Zijn kastijding;
 de tucht Dit woord betekent wel de onderwijzing, die geschiedt met woorden, maar het wordt hier ook voor dadelijke straffen genomen. Zie onder Pro 7:22 . Alzo ook het woord tuchtigen, onder Pro 9:7 . Zie de aantekening.
,
 kastijding; dit woord is ook niet alleen voor woordstraf genomen, gelijk onder Pro 15:31-32 , en Pro 28:23 , maar ook voor dadelijke straf, gelijk hier en Psa 73:14 , en Psa 149:7 ; Hos 5:9 ; alzo het woord bestraffen, Psa 6:2 .
12Want de Heere kastijdt dengene, dien Hij liefheeft, ja, gelijk een vader den zoon, in denwelken hij een welbehagen heeft.
 welbehagen Zie van de betekenis van het Hebreeuwse woord, 2Sa 24:23 .
13Welgelukzalig is de mens, die wijsheid vindt, en de mens, die verstandigheid voortbrengt!
 vindt, Hebreeuws, gevonden heeft; dat is, doorgaans vindt; daarom staat ook het volgende woord naar den oorspronkelijken tekst in den toekomenden tijd. Het woord vinden schijnt te zien op het zoeken en naspeuren der wijsheid, waarvan gesproken is boven Pro 2:4 ; zie de aantekening.
,
 voortbrengt Of, uithaalt; te weten, als uit een verborgen plaats, en dienvolgens die met groten arbeid bekomt.
14Want haar koophandel is beter dan de koophandel van zilver, en haar inkomst dan het uitgegraven goud.
 koophandel Dat is, de waar, of het goed, dat bij de wijsheid te vinden is; alzo wordt het Hebreeuwse woord door enigen genomen, onder Pro 31:18 ; Isa 23:18 . Anders: hantering, of handeling; dat is naspeuring, waardoor zij gezocht, gevonden en gekregen wordt; alzo hantering van zilver; dat is handel, waardoor het zilver verkregen wordt.
,
 uitgegraven Versta, zeer fijn goud; zo mogelijk genaamd omdat het uit de aarde gegraven wordt. Dezelfde naam is Psa 68:14 , onder Pro 8:10 , Pro 8:19 , en Pro 16:16 ; Zec 9:3 .
15Zij is kostelijker dan robijnen; en al wat u lusten mag, is met haar niet te vergelijken.
 robijnen Zie Job 28:18 .
,
 al wat u lusten mag, Hebreeuws, al uwe lusten zullen met haar niet vergeleken worden; dat is, al wat gij zoudt kunnen wensen is van zulke waarde niet, dat het bij haar zou mogen vergeleken worden; alzo onder Pro 8:11 .
16Langheid der dagen is in haar rechterhand, in haar linkerhand rijkdom en eer.
 Langheid Zie boven vs.2.
,
 is in haar De wijsheid wordt hier vergeleken bij ene vrouw, die in groten overvloed allerlei goederen uitdeelt dengenen, die haar volgen en gehoorzamen. Onder de tijdelijke goederen zijn ook de eeuwige begrepen.
17Haar wegen zijn wegen der liefelijkheid, en al haar paden vrede.
 wegen Dat is, al wat zij voorschrijft te geloven en te doen. Versta ook alzo het volgende woord paden.
,
 vrede Dat is, welstand en gelukzaligheid, naar ziel en lichaam, gelijk boven vs.2. De zin is, dat deze door de wijsheid verkregen wordt.
18Zij is een boom des levens dengenen, die ze aangrijpen, en elkeen, die ze vast houdt, wordt gelukzalig.
 Zij Te weten, de wijsheid. Zie boven vs.13.
,
 is een boom Dat is, als een boom des levens, gevende het leven en de volle genoegzaamheid dengenen, die van hare vruchten eten, dat is, die hare onderwijzing ontvangen. Vergelijk Gen 2:9 , en Gen 3:22 ; idem onder Pro 11:30 , en Pro 13:12 , en Pro 15:4 .
19De Heere heeft de aarde door wijsheid gegrond, de hemelen door verstandigheid bereid.
 bereid Dat is, sierlijk opgeschikt, heerlijk toegemaakt en ordelijk samengepast. Alzo is het Hebreeuwse woord genomen Job 31:15 .
20Door Zijn wetenschap zijn de afgronden gekloofd, en de wolken druipen dauw.
 afgronden Versta, zeeën, en voorts fonteinen, waterwellen, rivieren en allerlei soorten van stromen, die uit de diepte der aarde, als met derzelver verscheuring uitborrelen en voortkomen.
21Mijn zoon! laat ze niet afwijken van uw ogen; bewaar de bestendige wijsheid en bedachtzaamheid.
 laat ze niet Te weten, de wijsheid, verstandigheid en wetenschap, van welke in vs.19,20 gesproken is. Anders: de wet en de geboden; waarvan zie vs.1.
,
 de bestendige Zie van het Hebreeuwse woord Job 5:12 , en boven Pro 2:7 .
,
 bedachtzaamheid Zie boven Pro 1:4 .
22Want zij zullen het leven voor uw ziel zijn, en een aangenaamheid voor uw hals.
 zullen Dat is, uwe ziel het leven toebrengen.
,
 aangenaamheid Dat is, een versiersel, dat u zal aangenaam maken voor God en alle vromen. Vergelijk boven Pro 1:9 , en de aantekening.
23Dan zult gij uw weg zeker wandelen, en gij zult uw voet niet stoten.
 uw weg Dat is, in uw voornemen, doen en laten, vast gaan; alzo onder Pro 10:9 , en vergelijk onder Pro 28:18 ; Isa 40:31 .
,
 uw voet Dat is, in het gevaar niet vallen van uzelven te beschadigen. Anders: uw voet zal zich niet stoten. Vergelijk Psa 91:12 , voet voor den mens zelf; alzo Psa 31:9 , onder Pro 7:11 ; Isa 52:7 .
24Zo gij nederligt, zult gij niet schrikken; maar gij zult nederliggen en uw slaap zal zoet wezen.
 nederligt, Te weten, om te slapen.
25Vrees niet voor haastigen schrik, noch voor de verwoesting der goddelozen, als zij komt.
 Vrees niet Het is een bevel, inhoudende ene belofte, gelijk boven vs.3,4; idem, Pro 4:4 , en Pro 7:2 , en Pro 9:6 . Zie Psa 37:3 . Daarom vertalen sommigen deze woorden aldus: Gij zult niet vrezen voor een haastige verschrikking, enz., maar de overzetting, die in den tekst is, komt met het Hebreeuwse woord al beter overeen. De zin is dat de liefhebbers de wijsheid niet zullen behoeven te vrezen voor, enz.
,
 voor haastigen schrik, Hebreeuws, van schrik haastelijk; dat is, die haastig is, of onverwacht komt; alzo onder Pro 15:24 , van de hel, of het graf onder, of beneden; dat is dat onder of nederwaarts is.
,
 verwoesting Zie Psa 35:8 , en boven Pro 1:27 .
,
 der goddelozen, Dat is, die de goddelozen onder de vromen zoeken aan te richten; of liever: die den goddelozen door Gods rechtvaardig oordeel overkomen zal.
26Want de Heere zal met uw hoop wezen, en Hij zal uw voet bewaren van gevangen te worden.
 zal met uw Dat is, Hij zal zich bij u, als gij op Hem hoopt, vinden laten om uwe hoop, waardoor gij op zijne hulp wacht, niet ijdel te laten wezen. Anders: zal u tot hoop wezen.
,
 hoop wezen, Zie het Hebreeuwse woord zo genomen, Job 4:6 en de aantekening.
,
 van gevangen Hebreeuws, van den vang; te weten, waardoor gij in het geweld der goddelozen zoudt mogen komen en van die verdrukt worden.
27Onthoud het goed van zijn meesters niet, als het in het vermogen uwer hand is te doen.
 Onthoud Dit is een algemene spreuk, verbiedende het weldoen aan iemand na te laten of te verhinderen.
,
 het goed Versta, het lichamelijke of geestelijke goed.
,
 zijn meesters Versta door dezen, dien men enig goed schuldig is, òf naar de burgerlijke, òf naar de goddelijke en natuurlijke wet. De burgerlijke wet is, dat men een ander moet geven wat hem toekomt, uit kracht van samenhandeling; de goddelijke en natuurlijke, dat men geven moet uit plicht van de algemene liefde en mededogendheid. Vervolgens zijn hier door het woord meesters ook de armen te verstaan, overmits de rijken hun als rentmeesters en uitdelers van God gegeven zijn, om hun van hunne middelen mede te delen; ten welken anzien de aalmoezen gerechtigheid genaamd worden; Dan 4:27 .
,
 als het in het vermogen Dat is, als God u het middel heeft gegeven, òf in het burgerlijke om uwen naasten te voldoen, òf in het goddelijke en natuurlijke om den armen wel te doen. De zin is dat beide die plichten in zulke gelegenheid niet moeten uitgesteld worden. Anders: Ofschoon het in het vermogen uwer hand ware dat te doen; te weten, iemand, hetgeen hem toekomt te onthouden.
28Zeg niet tot uw naaste: Ga heen, en kom weder, en morgen zal ik geven, dewijl het bij u is.
 ik geven, Namelijk, wat gij hem enigszins schuldig zijt, en wat hij van u begeert en gans van node heeft; Lev 19:13 ; Deu 24:14 ; idem, Gal 6:18 ; Jam 2:15-16 .
29Smeed geen kwaad tegen uw naaste, aangezien hij met vertrouwen bij u woont.
 Smeed Het Hebreeuwse woord betekent hier iets stilzwijgend en heimelijk bedenken, voorhebben en praktiseren; hetwelk òf in het kwade, òf in het goede kan gezegd worden. Hier is het te nemen in het kwade, gelijk ook onder Pro 6:14 , Pro 6:18 , elders ook in het goede; gelijk Pro 14:22 .
,
 met vertrouwen Dat is, gerustelijk en zonder enig kwaad nadenken van u te hebben. Anders: op trouw.
30Twist met een mens niet zonder oorzaak, zo hij u geen kwaad gedaan heeft.
 Twist Te weten, noch in het gericht, noch buiten hetzelve.
,
 zo hij u geen kwaad Want zo hij dat gedaan heeft, is het geoorloofd zijn rechte te vervolgen door middel der overheid, of hem tot schuldbekentenis te brengen door den kerkeraad of andere private vermaning, en dat zonder wraakgierigheid en lastering; Exo 22:8 ; Mat 18:15-17 ; 1Co 6:4 ; Eph 4:26 .
31Zijt niet nijdig over een man des gewelds, en verkies geen van zijn wegen.
 Wees niet nijdig Zie Psa 37:1 .
,
 man des gewelds, Dat is, die met geweld omgaat en overlast pleegt, en daardoor groot, rijk en verheven wordt. Zie van deze manier van spreken 2Sa 22:49 ; Job 11:11 , en Psa 5:7 .
,
 geen van zijn wegen Hebreeuws, niet al zijne wegen; dat is, geen derzelve. Zie 1Ki 11:34 .
32Want de afwijker is den Heere een gruwel; maar Zijn verborgenheid is met den oprechte.
 afwijker Dat is, die afwijkt van den rechten weg.
,
 is den HEERE Hebreeuws, is des Heeren gruwel; dat is, dien God voor een gruwel houdt. Alzo onder Pro 11:1 , Pro 11:20 , en Pro 12:22 , en Pro 15:9 , en Pro 16:5 , enz. Zie Deu 17:1 . Elders wordt iets gezegd te zijn een gruwel voor het aangezicht des Heeren; Deu 24:4 ; of, een gruwel den Heere, Isa 1:13 . De zin is enerlei; alzo een gruwel is den mens; onder Pro 24:9 .
,
 verborgenheid Dat is, zijn allerdiepste genade en goedwilligheid in den Messias. Zie Psa 25:14 .
33De vloek des Heeren is in het huis des goddelozen; maar de woning der rechtvaardigen zal Hij zegenen. 34Zekerlijk, de spotters zal Hij bespotten, maar den zachtmoedigen zal Hij genade geven.
 Zekerlijk, Anders: zo Hij de spotters bespot, Hij zal ook den zachtmoedigen genade geven.
,
 zachtmoedigen Zie Psa 22:27 .
35De wijzen zullen eer beërven; maar elk een der zotten neemt schande op zich.
 neemt schande Dat is, neemt de schande voor zijn deel mede. Of, de schande neemt de dwazen weg; dat is, maakt hen en al hunne verwachting teniet. Of, schande verhoogt de zotten.
Copyright information for DutSVVA